woensdag 20 februari 2013

HET INTERVIEW

Daar is ie dan, het interview, afgenomen begin januari 2013 op het Graafschapcolege (Locatie: Julianaplein)





Rienke Heinen en Zoogle assisteren bij

alfabetisering


‘Als iets niet kan, wil ik het ook gewoon horen’

Na eerst zo’n twaalf jaar in Ulft te hebben gewerkt,
zijn vrijwilligster Rienke Heinen en hulphond Zoogle
inmiddels een vertrouwd beeld voor de NT2-cursisten
aan het Julianaplein: “Ik kom hier nu al weer een
goed jaar, zo’n vier ochtenden per week, om docenten
te helpen bij met name de cursussen alfabetisering.
Erg leuk om te doen en  bijzonder om te merken dat
ik, met rolstoel en hulphond, zonder enig probleem
wordt geaccepteerd door bijvoorbeeld een cursist uit Somalië, die dat alles waarschijnlijk toch voor het eerst ziet.”

Van huis uit is Rienke Heinen vertaler Duits: “Als je in een rolstoel zit, wordt je vaak onderschat. Ik wilde me op mijn achttiende, veel meer dan nu, echt bewijzen, en heb toen de hbo-opleiding vertaler Duits gedaan. Maar daar doe ik eigenlijk niets meer mee. Toen ik er eenmaal mee aan het werk ging, vond ik het  een te eenzaam beroep. Ik wilde graag meer onder de mensen komen. Maar met mijn handicap was het toch lastig om een baan te vinden die echt bij me paste. 

Rond 1999 kwam ik via  de Vrijwilligers-vacaturebank Doetinchem als vrijwilliger werken bij de lessen Nederlands aan buitenlanders in Ulft. Ik merkte dat het helemaal mijn ding is, ik heb gezien mijn opleiding natuurlijk wat met taal, bovendien heb ik, misschien ook door mijn handicap, veel doorzettingsvermogen en geduld. En dat zijn net twee eigenschappen die je heel goed kunt gebruiken als je in het NT2-onderwijs, en met name in de alfabetisering, werkt.”

Beetje eigenwijs

Vanochtend assisteert Rienke Heinen bij lessen van Angélique van der Stelt, die erg blij is met de extra hulp: “Vandaag is de klas door griep wat kleiner dan gebruikelijk, maar als we compleet zijn dat is het voor een docent alleen heel lastig om iedere cursist op tijd aandacht te geven. We werken met deze
alfabetiseringsgroep heel individueel, er is met vier niveaus in de groep veel persoonlijke instructie nodig. 
Doordat Rienke er is, gaat dat allemaal veel soepeler. 
Cursisten zijn er dan ook heel erg tevreden over.” 
“Mensen moeten in het begin soms nog wel even 
wennen aan mijn hond,” vult Rienke Heinen lachend aan, “
Maar al vijf jaar ga ik  nergens naartoe zonder Zoogle,
hij gaat mee naar de bioscoop, op vakantie
en als ik  naar school ga!” 

De zevenjarige Schnauzer ligt de meeste tijd rustig onder de tafel
 en komt alleen naar je toe als zijn begeleidster het toestaat.
“Zoogle is een geweldige hulphond, die helemaal bij mijn karakter past. 

Schnauzers zijn van nature avontuurlijk en een beetje eigenwijs,
net als ik. Hij voelt trouwens perfect aan wanneer mensen een beetje bang
zijn. Het is voor zover ik weet de enige hulphond van dit ras, in
Nederland, zie je meestal  Golden Retrievers of Labradors.”

Mijn handicap is lastig, geen last’

Zo af en toe verzorgen Rienke en haar hond een demonstratie
in een klas: “Ik laat de cursisten dan zien wat een hulphond
allemaal voor mij kan doen. Ik denk dat het belangrijk is dat
mensen weten dat je met een handicap gewoon mee kan
doen in de maatschappij. Want als ik iets geleerd heb, is dat
je je niet moet laten beperken door je beperking,” verklaart
Rienke Heinen stellig. “En dat geldt voor elk mens, iedereen
heeft zijn of haar eigen beperkingen, ook cursisten die moeite
moeten doen om Nederlands te leren. Mijn handicap is lastig,
geen last. Ik leef ermee vanaf mijn geboorte, het is een deel
van mij, zonder dat zou ik mezelf niet zijn. Je moet jezelf
durven laten zien en hulp durven vragen als het nodig is. Ik
heb gemerkt dat als je goed communiceert met mensen je
bijna nooit een ‘nee’ krijgt. Maar als iets niet kan, wil ik het
ook gewoon horen. 

Dat geldt hier op school ook. Er is veel te regelen, maar als het moet, doe ik het met de dingen die er zijn. Die wederzijdse acceptatie en flexibiliteit vind ik erg belangrijk en dat wil ik ook in mijn contacten met collega’s en cursisten uitdragen.

Mijn moeder zei altijd: ‘Vragen staat vrij
en weigeren erbij’. En moeders hebben altijd gelijk, toch?”